Over De Tijd Waarin De Gewelddadigen Gelijk Hadden

Del tiempo en que los violentos tenían razón - Asturias 1990-2005,
Editorial Llar & Klinamen
Spanje, 275 p., mei 2005

“De teksten die we in dit boek voorstellen, werden niet geschreven door één, twee personen of door een groep theoretici. De overgrote meerderheid van mensen die deel waren van de internationalistische en revolutionaire autonome beweging in Asturië hebben de voorbije vijftien jaren meegewerkt aan deze teksten. We hebben allen de commissariaten en sommigen onder ons de gevangenissen van de democratie gekend.”

Deze bundeling teksten, pamfletten en artikels beslaat de periode van 1990 tot 2005. Het is een verzameling van sporen van agitatie rondom verschillende thema’s zoals de kraakpanden, de dienstweigering, de stakingen op de scheepswerven, de zwarte zee van de Prestige, de zogenaamde anti-globaliseringsbeweging, de Eerste Mei, de specifieke repressie tegen revolutionairen, de tweede oorlog in Irak en de aanslagen in Madrid.

Je kan een aantal contradicties waarnemen tussen de teksten die geschreven werden op verschillende momenten en niet noodzakelijk door dezelfde mensen. Je voelt sterk de indruk die bepaalde strijden (zoals het gewelddadig verzet tegen de industriële herstructurering) hebben gemaakt en vooral de theoretische mengelmoes die toen onvermijdelijk leek. In Spanje was de hegemonie van de CNT vleugellam geworden en de kameraden die afstand namen van het officiële anarchisme ontdekten of herondekten stromingen die gingen van wat toen omschreven werd als ‘insurrectionalisme’ tot het radencommunisme die wanneer ze zonder onderscheid geconsumeerd worden, erg onverteerbare mengels geven. Naar de eigen woorden van de auteurs, situeren ze zich in de lijn van de spartakisten, de opstandelingen van 1934 (die met de kreet “Verenig jullie, broeders proletariërs” alle arbeiderskrachten van Asturië samenbracht tegen de bourgeoisie), de revolutionairen van juli 1936 en van mei 1937, de Situationistische Internationale, de MIL, de Commandos Autonomos Anticapitalistas, de Angry Brigade, het jaar 77 in Italië, etc. Een ietwat vloekende, maar op z’n minst explosieve cocktail.

Geen weinig humor en ironie, herwerkte strips: de toon van een groot deel van het boek is erg situationistisch. Nochtans gaat het niet om het soort situationisten zoals die aan deze kant van de Pyreneeën welig tieren. Het verschil tussen diegenen die van de theorie gebruik maken om te spuwen op de strijden van het moment (zoals een Sanguinetti vroeger of zoals een Mandosio nu) en diegenen die er zich mee bewapenen om de aanval tegen deze wereld in te zetten, is altijd al erg duidelijk geweest. De auteurs van deze bundeling maken zonder twijfel deel uit van de tweede groep.

Het artikel met als titel “Over sabotage als één der schone kunsten” dat gepubliceerd werd in de krant Llar in 1999 en ondertekend is door het Asturiaans Instituut voor Vergelijkend Vandalisme is er een uitstekend voorbeeld van. Sabotage en vandalisme worden erin verdedigd als één van de vormen die de proletarische woede vandaag aanneemt. De tekst kadert ze ook terug in de historische context van de klassenstrijd. Daarnaast neemt de tekst ook de gewapende strijd op de korrel en neemt de verdediging op voor affiniteitsgroepen en diffuse aanvallen die ondermeer door de verscheidenheid van doelwitten een kritiek bevatten die totaal zou zijn. In een periode waar aanvallen tegen interimbureaus erg verspreid waren, stelt de tekst voor om deze aanvallen niet te beperken tot de meest extreme vormen van uitbuiting.
Twee lange chronologieën ook die gekruid werden met citaten gaande van Baudelaire over Rosa Luxemburg tot Bonanno (Asturiaans poëtisch jaarboek 1999 en 2000) geven een idee van de opschudding van die jaren die in dit boek beperkt wordt tot Asturië maar zich uitstrekte over het hele schiereiland.

Naar het einde toe van het boek vind je enkele artikels uit de krant Arde die verschenen tussen 2002 en 2003. Hier wordt de toon veel marxistischer. Ze spuwen dan wel op de bolsjevieken van de PCE [Spaanse communistische partij] maar verdedigen bijvoorbeeld het concept van de “dictatuur van het proletariaat” met als voorbeeld de Asturiaanse opstand van 1934 toen “het gewapende proletariaat op autoritaire manier de macht van de kapitalistische Staat omvergeworpen heeft.” In de mate dat een opstand altijd bloedig is en een revolutie een extreem gewelddadig proces is dat, ik geef het toe, niet altijd van de minst autoritaire is, heeft het aanvaarden van dit geweld om een revolutie af te dwingen en te verdedigen tegen de vijand niets te maken met één of andere “dictatuur”. En daarenboven is het volledig onnozel om een concept te gaan recycleren dat reeds lang in de vuilbak van de geschiedenis had moeten belanden aangezien het al in de praktijk bewezen heeft wat het is op zich. Een “dictatuur van het proletariaat” (met haar wetten, haar legers en haar volksgevangenissen) kan nooit iets anders zijn dan een dictatuur tegen de proletariërs.

Tenslotte valt de ietwat verwarde en op z’n minst jargoneske theoretische bekleding die af en toe de woede van de auteurs komt verhullen over het algemeen te betreuren. Het blijft een interessant document dat een goede weerspiegeling biedt van een bepaalde tijd, maar je vindt er wel een beetje vanalles in terug.
Oppassen dus voor indigestie!

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License